Hit enter to search or ESC to close

Ineens opnemen deel pensioen en lijfrente op pensioendatum

Jeroen Boers

Onderdeel van het recente Pensioenakkoord is de introductie van een opnamemogelijkheid van maximaal 10% van het pensioen- en lijfrentekapitaal. Hieronder wordt deze mogelijkheid op hoofdlijnen uitgewerkt.

Minister Koolmees informeert de Tweede Kamer over de mogelijke uitwerking van de keuzemogelijkheid voor deelnemers om op de pensioeningangsdatum een bedrag ineens op te nemen. In zijn brief van 27 juni 2019 gaat hij in op de volgende onderwerpen.

Wenselijkheid en mogelijkheid opname bedrag ineens

Nederland is een van de weinige landen waar geen opnamemogelijkheid van opgebouwd pensioenkapitaal bestaat. Daar staat tegenover dat er in alle pensioencontracten wel in meer of mindere mate een variatie in de hoogte van de pensioenuitkering mogelijk is.

Uit diverse enquêtes blijkt dat in Nederland deelnemers en pensioengerechtigden wel interesse hebben in de mogelijkheid bij pensionering een deel van het pensioenkapitaal ineens op te nemen. Verder heeft de SER aangegeven dat het wenselijk is om ruimte te creëren voor extra keuzemogelijkheden. Deze flexibiliteit kan de welvaart van deelnemers vergroten, doordat de aanwending van het pensioenvermogen beter aansluit op de persoonlijke situatie. Het opnemen van een bedrag ineens kan aantrekkelijk zijn als deelnemers meer nut denken te ontlenen aan het vermogen kort na pensionering dan in de jaren daarna, bijvoorbeeld voor de aflossing van schulden of de aankoop of verbetering van de eigen woning. Het is daarbij belangrijk de keuzemogelijkheid met voldoende waarborgen te omkleden, zodat eventuele negatieve gevolgen van een gemaakte keuze beperkt blijven.

Samenvattend concludeert Koolmees dat het faciliteren van de mogelijkheid tot het opnemen van een bedrag ineens wenselijk en mogelijk is.

Onderzoek naar vormgeving bedrag ineens

De minister schetst drie voorwaarden die in zijn optiek vanuit beschermingsperspectief interessant lijken:

1. Maximumpercentage 10%: het lijkt de minister passend om als voorwaarde te stellen dat een deelnemer maximaal 10% van de waarde van de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen mag opnemen;
2. Alleen afkoop bij pensioeningang: Voorstel is de voorwaarde te stellen dat de deelnemer het bedrag ineens alleen op de pensioeningangsdatum kan opnemen;
3. Afkoopgrens: het lijkt wenselijk als voorwaarde te stellen dat de resterende levenslange pensioenuitkering na opname van het bedrag ineens moet liggen boven de afkoopgrens uit de Pensioenwet / Wet verplichte beroepspensioenregeling. Voor 2019 ligt deze grens op een jaarlijks ouderdomspensioen bij ingang van € 484,09.

Informatieverstrekking over de gevolgen voor deelnemers

Voor de opnamemogelijkheid gelden voor pensioenuitvoerders informatieverplichtingen. De informatie moet in ieder geval inzicht bieden in de hoogte van de afkoopsom, de hoogte van de pensioenuitkeringen bij opname en de hoogte van de pensioenuitkeringen zonder opname. Een deelnemer moet zich er bovendien van bewust zijn dat opname van invloed kan zijn op de betalingen uit hoofde van inkomensafhankelijke regelingen en toeslagen.

Gevolgen voor de financiële positie van pensioenuitvoerders

Een aandachtspunt bij pensioenfondsen is de situatie dat de dekkingsgraad onder de 100% ligt. In dat geval kan de keuze voor opname een negatieve impact hebben op de financiële positie van het pensioenfonds. Er wordt nog gekeken of er wettelijke regels moeten komen om deze gevolgen te ondervangen.

Bedrag ineens in derde pijler

Het is de bedoeling de opnamemogelijkheid ook te introduceren voor oudedagsvoorzieningen in de derde pijler (lijfrenten). Er zijn geen juridische bezwaren om deze opnamemogelijkheid wettelijk te faciliteren.

Commentaar: Er is in het (recente) verleden al heel wat gediscussieerd over het al dan niet mogelijk maken van een beperkte opnamemogelijkheid van pensioenkapitaal. Het lijkt erop dat het er nu ook echt gaat komen. Minister Koolmees geeft aan dat hij de komende periode aan de slag gaat met het voorbereiden van wetgeving.
Ervaringen uit andere landen leren dat de meeste mensen die bij pensionering een bedrag ineens opnemen dat gebruiken om schulden af te lossen, een huis te kopen of te verbouwen, een auto te kopen of op vakantie te gaan. Daarnaast blijkt, aldus minister Koolmees, dat deelnemers verstandig omgaan met de vrijheid om een bedrag ineens op te nemen. Een verplicht bestedingsdoel lijkt daarom niet noodzakelijk of wenselijk. Het valt dus te verwachten dat de afkoopsom straks vrij besteedbaar zal zijn.

Bron: Nationale Nederlanden, afd. FJA

Jeroen Boers, directeur & consultant