Uw lijfrente bereikt de einddatum; wat zijn de opties?
Uw lijfrente bereikt de einddatum; wat zijn de opties?
Binnenkort bereikt uw lijfrenteverzekering de einddatum. Dit betekent dat een lijfrentekapitaal beschikbaar komt. Wij informeren u hier graag zo duidelijk mogelijk over. Hieronder leest u algemene informatie over hoe u het vrijkomende lijfrentekapitaal kunt besteden en waar u daarbij op moet letten. Ook leest u meer informatie over welke belastingregels er gelden.
1 Uw vrijkomende lijfrentekapitaal
1.1 Wat moet u doen als uw lijfrentekapitaal vrij komt?
U hebt jaren geleden een lijfrenteverzekering afgesloten of een lijfrenterekening geopend. Waarschijnlijk om uw
pensioen aan te vullen. Of u verwachtte dat u vóór uw 65e wilde stoppen met werken. Of u was zelfstandig ondernemer en had uw oudedag geregeld met een lijfrente. De einddatum van uw lijfrenteverzekering is nu in zicht en de vraag is wat u gaat doen als het geld vrijkomt. U kunt uw lijfrentekapitaal meestal niet zomaar vrij besteden: u ontvangt een periodieke uitkering. U kunt dat uitkeren direct in gang zetten, maar dat hoeft niet.
1.2 Lijfrentekapitaal laten uitkeren of laten doorgroeien?
Als u stopt met werken, wilt u waarschijnlijk uw pensioen aanvullen. Om dit te realiseren kunt u uw lijfrentekapitaal
periodiek laten uitkeren. Zo ontvangt u bijvoorbeeld per maand een bedrag. Maar misschien werkt u de komende
jaren nog door en gaat u pas later met pensioen. In dat geval kunt u uw lijfrentekapitaal verder laten doorgroeien.
1.3 Moet u een lijfrente-uitkering aankopen?
U hebt als doel om een lijfrente-uitkering aan te kopen. Doet u dat niet? Dan moet u inkomstenbelasting betalen
over het hele lijfrentekapitaal. Daarbovenop komt dan meestal nog revisierente van 20%, een soort boete van de belastingdienst.
1.4 Moet u uw vrijkomende lijfrentekapitaal verplicht onderbrengen bij een verzekeraar?
Sinds 1 januari 2008 is het niet meer verplicht om uw vrijgekomen lijfrentekapitaal te laten uitkeren of te laten
doorgroeien bij een verzekeraar. Dat kan namelijk ook bij een bank via een speciale bankspaarrekening.
Welk verzekerings- of bankproduct bij u past, hangt af van uw persoonlijke situatie en wensen.
Hebt u twee of misschien nog meer lijfrentekapitalen?
Vaak is het mogelijk om deze lijfrentekapitalen samen te voegen. Dat kan voordelig voor u zijn. U kunt deze
kapitalen (vrijkomend bij verschillende banken of verzekeraars) in een verzekering of bancair product
onderbrengen. Let hierbij wel goed op de fiscale gevolgen bij het samenvoegen van verschillende lijfrenteverzekeringen. Per lijfrenteproduct kunnen namelijk verschillende belastingregimes van toepassing zijn.
1.5 Kunt u het vrijkomende lijfrentekapitaal in één keer op uw bankrekening ontvangen?
Ja, dit is mogelijk. Dit wordt afkopen genoemd, maar meestal is dit niet gunstig voor u. Bij een afkoop van uw lijfrenteverzekering betaalt u misschien veel belasting en een boeterente.
1.6 Waar koopt u een lijfrente-uitkering aan?
U mag zelf kiezen waar u uw lijfrentekapitaal onderbrengt. Dit kan bij een verzekeraar of bij een bank. Het loont de moeite om bij verschillende banken en verzekeraars een offerte op te vragen. Wij kunnen dat ook voor u doen en kijken altijd naar uw persoonlijke situatie en komen met de voor u best passende oplossing.
2 Mogelijkheden met uw lijfrentekapitaal
2.1 Wat zijn de mogelijkheden van aankoop bij een verzekeraar?
Afhankelijk van de fiscale spelregels zijn de volgende vormen van lijfrente mogelijk:
- Levenslange periodieke uitkering: Dit is een die u op vaste momenten ontvangt zolang u in leven bent, hoe oud u ook wordt. In beginsel moet deze uitkering ingaan binnen vijf jaar na het jaar waarin u AOW krijgt. Afhankelijk van de fiscale spelregels kan het soms ook eerder ingaan, bijvoorbeeld uw 65e.
- Nabestaandenuitkering: Dit is een uitkering op vaste momenten aan de nabestaande(n) na overlijden van de verzekerde. De nabestaandenuitkering kan gelijk zijn aan de oorspronkelijke uitkering, maar kan ook lager zijn.
- Overbruggingslijfrente: Dit is een tijdelijke uitkering op vaste momenten met een looptijd van minimaal één jaar. U bepaalt zelf wanneer deze overbruggingslijfrente in zal gaan. De overbruggingslijfrente moet stoppen in het jaar waarin u een pensioenuitkering gaat ontvangen of het jaar waarin u AOW gaat ontvangen. Dit mag ook het jaar zijn waarin u 65 jaar wordt. Het totaal aan uitkeringen mag niet meer zijn dan € 63.288,- per jaar (maximum 2019).
Een overbruggingslijfrente mag alleen worden gekocht uit een lijfrenteverzekering die u al had op 31 december 2005. De waarde van uw lijfrenteverzekering op 31 december 2005 mag u altijd gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente. Had u een lijfrenteverzekering op 1 januari 2006? Dan mag u de waarde van uw lijfrenteverzekering op 31 december 2005 altijd gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente die naar keuze eindigt in het jaar waarin u 65 jaar wordt, de AOW leeftijd bereikt of waarin u een pensioenuitkering gaat ontvangen.
Hebt u na 1 januari 2006 geen lijfrentepremies meer op deze lijfrenteverzekering betaald? Dan mag u zelfs de
waarde op de einddatum van uw lijfrenteverzekering gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente die naar keuze eindigt in het jaar waarin u 65 jaar wordt, de AOW leeftijd bereikt of waarin u een pensioenuitkering gaat ontvangen. - Tijdelijke oudedagslijfrente: Dit is een tijdelijke uitkering op vaste momenten met een minimale looptijd van vijf jaar. Deze lijfrente mag niet eerder ingaan dan het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt. Het totaal aan uitkeringen mag niet meer zijn dan € 21.741,- per jaar (maximum 2019).
Een tijdelijke oudedagslijfrente mag ook ingaan in het jaar waarin u 65 jaar wordt. Daarvoor mag u altijd de
waarde van uw lijfrenteverzekering op 31 december 2013 gebruiken. Hebt u na 31 december 2013 geen
lijfrentepremies meer betaald? Dan mag u zelfs de waarde op de einddatum van uw lijfrenteverzekering gebruiken voor de tijdelijke oudedagslijfrente die ingaat in het jaar waarin u 65 jaar wordt.
Wat gebeurt er bij overlijden?
Het is verstandig om goed na te denken over wat er gebeurt als u voor de einddatum van de verzekering overlijdt.
Wilt u dat de uitkering na uw overlijden op uw partner overgaat? Bij het aangaan van de verzekering kunt u daar
voor kiezen.
2.2 Wat zijn de mogelijkheden van aankoop bij een bank?
- Levenslange uitkering: U spreekt op de ingangsdatum met de bank af hoeveel jaren u een periodieke uitkering wilt ontvangen. Voor een ‘levenslange’ uitkering moet dat in ieder geval twintig jaar zijn. Langer uitkeren mag ook. Ontvangt u op de ingangsdatum nog geen AOW? Dan moet de looptijd worden verlengd met het aantal jaren dat u jonger bent dan uw AOW-gerechtigde leeftijd. Het uitbetalen van de uitkering stopt na de afgesproken periode.
- Nabestaandenuitkering: Bij een lijfrente bij een bank is standaard een nabestaandenuitkering aanwezig. Als de rekeninghouder is overleden voor de afgesproken einddatum dan blijft de bank de uitkering doorbetalen aan de nabestaande(n) van de overleden rekeninghouder. Zijn ook de nabestaanden overleden, dan stopt de bank met het uitbetalen van de uitkering. Het aanwezige saldo wordt dan uitbetaald aan de erfgenamen.
- Tijdelijke oudedagslijfrente: U spreekt op de ingangsdatum met de bank af hoeveel jaren u een uitkering wilt ontvangen. Deze tijdelijke uitkering heeft een looptijd van vijf jaren of langer en mag niet hoger zijn dan
€ 21.741,- per jaar (maximum 2019).
De ingangsdatum van de tijdelijke uitkering ligt tussen het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en vijf jaar daarna.
2.3 Wanneer moet een lijfrente-uitkering ingaan?
Is uw lijfrenteverzekering van het huidige belastingregime? Dan moet een lijfrente-uitkering uiterlijk na vijf jaar ingaan na het jaar waarin u uw actuele AOW-leeftijd bereikt. Voorbeeld: Uw actuele AOW-leeftijd is 66 jaar. Uw lijfrente-uitkering moet dan uiterlijk ingaan in het jaar waarin u 71 wordt. Wilt u precies weten wat uw actuele AOW-leeftijd is? Kijk dan op www.rijksoverheid.nl/aow.
Gaat het om een oud regime of nieuw regime lijfrenteverzekering? Dan kunt u zelf kiezen wanneer u uw lijfrente-uitkeringen laat ingaan.
3 Fiscale informatie
U hebt een of meer lijfrenteverzekeringen afgesloten om uw pensioen aan te vullen of om eerder te kunnen stoppen
met werken. De overheid stimuleert het aanschaffen van deze producten met een aantal fiscale regels. Om volop
te profiteren van uw lijfrente, is het van belang te weten welke belastingregels er gelden. Eenvoudig is het niet,
want deze belastingwetten zijn al verschillende keren gewijzigd. Met de informatie in dit hoofdstuk willen wij u
zo goed mogelijk informeren over dit onderwerp.
3.1 Moet u belasting betalen over de lijfrente-uitkeringen?
U hebt uw vrijkomende lijfrentekapitaal gespaard door eenmalig een bedrag te storten (koopsom) of door maandelijks/jaarlijks premie te betalen (premiebetalende lijfrente). Voor beide situaties gelden dezelfde fiscale
regels. De inleg in uw lijfrenteverzekering hebt u kunnen aftrekken van uw inkomen, waardoor u minder inkomstenbelasting hebt betaald. Zo heeft de overheid het ‘sparen voor later’ fiscaal aantrekkelijk gemaakt.
Over de lijfrente-uitkeringen wordt loonbelasting ingehouden. Dit is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Ook wordt een premie voor de Zorgverzekeringswet ingehouden.
Als u uw inleg niet hebt kunnen aftrekken van uw inkomen, dan kunt u de zogenaamde saldomethode laten toepassen. Dat betekent dat een deel van het beschikbare lijfrentekapitaal onbelast kan worden uitbetaald. Voor de
toepassing van de saldomethode hebt u wel een verklaring van de Belastingdienst nodig.
Kijk op www.belastingdienst.nl en zoek op ‘Verklaring niet-afgetrokken premies’ voor meer informatie.
3.2 Kunt u als u in het buitenland woont een lijfrenteuitkering aankopen?
Woont u in het buitenland? Dan is het maar bij enkele verzekeraars mogelijk om lijfrente-uitkeringen aan te
kopen. Vraag ons naar de mogelijkheden.
3.3 Welke belastingregels gelden voor een lijfrenteverzekering?
De belastingwet is in de loop van de jaren vaak gewijzigd. Hierdoor kunnen belastingregels verschillen per lijfrenteverzekering. Welke belastingregels voor uw lijfrente gelden, is afhankelijk van de datum waarop u de verzekering hebt afgesloten. En van de datum waarop u de laatste premie/inleg hebt betaald. Hierdoor valt uw verzekering binnen een bepaald belastingregime. Dit regime heeft gevolgen voor wat u met uw vrijgekomen lijfrentekapitaal mag doen.
De volgende regimes bestaan:
Fiscaal regime | Oud regime | Nieuw regime | Huidig regime |
Eénmalige inleg (koopsom) | Koopsompolis is gekocht voor 1 januari 1992 | Koopsompolis is gekocht na 1 januari 1992 | Elke verzekering waarop na 1 januari 2001 aftrekbare lijfrentepremie is betaald. Bestond de overeenkomst al op 31 december 2000? Dan valt de waarde die hoort bij de betalingen tot 31 december 2000 onder het nieuwe regime. |
Periodieke inleg (premie) | premiebetalende lijfrenteverzekering is afgesloten voor 16 oktober 1990 | premiebetalende lijfrenteverzekering is afgesloten na 16 oktober 1990 en voor 1 januari 2001 |
3.4 Hoe lang hebt u de tijd om een lijfrente-uitkering aan te kopen?
U hebt tot 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de einddatum is bereikt, de tijd om een uitkerende
lijfrenteverzekering aan te kopen. Dit noemen wij de bestedingstermijn. Voorbeeld: als uw verzekering de
einddatum heeft bereikt op 1 juli 2019, dan duurt de bestedingstermijn van die verzekering tot en met
31 december 2020.
3.5 Wat gebeurt er als u niet aangeeft hoe u uw lijfrentekapitaal wilt besteden?
Dan zal de verzekeraar of bank uw lijfrentekapitaal stallen. Over het lijfrentekapitaal ontvangt u soms een rentevergoeding. Na afloop van de bestedingstermijn wordt het lijfrentekapitaal tot uw inkomen gerekend in het jaar nadat de verzekering de einddatum bereikte. U moet dan over het hele eindbedrag inkomstenbelasting betalen.
3.6 Wat gebeurt er als u geen lijfrente-uitkering aankoopt?
Dit is fiscaal meestal niet gunstig:
– Oud regime: De Belastingdienst rekent het eindbedrag van uw lijfrenteverzekering tot uw inkomen. Dat betekent
dat u direct over het hele bedrag inkomstenbelasting moet betalen.
– Nieuw/huidig regime: De Belastingdienst rekent het eindbedrag van uw lijfrenteverzekering tot uw inkomen. Dat betekent dat u direct over het hele bedrag inkomstenbelasting moet betalen. Bovendien legt de Belastingdienst u een boete op van 20 procent van het eindbedrag als dit eindbedrag hoger is dan € 4.404,- (bedrag 2019).
3.7 Wat gebeurt er als u uw lijfrenteverzekering afkoopt?
De bank of verzekeraar is verplicht bij het afkopen van uw verzekering een aantal inhoudingen te doen. Het gaat om loonbelasting en eventuele zorgpremies. U ontvangt dus niet uw hele lijfrentekapitaal op uw rekening.
Wat voor u het meest passend is, is vooraf niet te zeggen. Mocht u hierover meer informatie of nader advies willen, neem dan contact met ons op.
Jeroen Boers, directeur & consultant